maandag 15 oktober 2012

Simpel Leren Haken Deel 7: Het halve stokje






Welkom bij deel 7! In deze les bespreek ik het halve stokje.

Het halve stokje is een tussensteek om het zo maar te zeggen. De meest algemene steek is toch wel het stokje voor veel haakpatronen en het halve stokje is niet een steek die je vaak ziet.

Toch heeft het halve stokje voordelen. Het is een wat hogere steek dan de vaste, het is veel rekbaarder, maar rekt niet veel uit in de lengte als een stokje. Omdat de steek hoger is dan de vaste kost een kledingstuk gemaakt van halve stokjes minder garen dan wanneer je hem met alleen vasten maakt.
Ik vind het zelf een fijne steek. Lekker warm, maar niet zo stug als de vaste. Ik gebruik hem zelf alleen niet vaak omdat ik vaak kantshawls of amigurumi maak. Maar na deze les komt daar vast en zeker verandering in!

Zullen we kijken hoe de steek zelf werkt?

De basis van het halve stokje

Net als bij de vaste is het verstandig om, als je wilt oefenen, een stukje garen en een haaknaald te pakken en een mini-patroontje volgt dat hieronder staat.

Voor het halve stokje is het belangrijk dat je aan het begin van een rij weer de hoogte in gaat om zo ervoor te zorgen dat je een mooie zijkant hebt. Voor het halve stokje geldt dat je altijd twee keerlossen moet maken voor het werken in het rond of als je in rijen werkt.
Kijk maar:

Maak een ketting van 10 lossen.
Maak 2 lossen (keerlossen), steek de naald in de derde losse vanaf de naald en maak een half stokje in iedere steek. (10 hstk)
 Dit is hoe een "standaard" patroon met halve stokjes (afgekort als hstk) er uit zou zien. Ook zie je hier dat de 2 keerlossen meetellen. Dit was bij de vasten niet zo. De keerlosse die daarbij gemaakt wordt telt niet mee als een losse steek. Hier wel. Vaak wel, moet ik eerlijk zeggen. De experts debatteren nogal wat af dus je zult goed moeten opletten wat het patroon aangeeft. In de meeste gevallen is het zo dat de twee keerlossen gewoon meetellen als een half stokje en dus moet je hem meetellen.

Dit betekent ook dat als je op een teruggaande rij als laatste steek de twee keerlossen tegenkomt je in de bovenste losse je laatste halve stokje maakt.

Hoe maak je nou een half stokje?


Maak twee keerlossen.


Garen over haaknaald.


Steek de haaknaald in de volgend steek, garen over haaknaald. Let op! Dit is dus niet de steek direct onder de keerlossen, maar de steek ernaast.


Haal het garen door de steek. Je hebt nu drie lussen op je haaknaald.


Garen over haaknaald.


Haal het garen door alledrie de lussen. Je halve stokje is nu klaar.


Hier zie je van rechts naar links de twee keerlossen en vier halve stokjes. Als je dit zou tellen zijn het dus vijf steken.


Meerderen en minderen met halve stokjes

Meerderen en minderen is zo enorm handig in haken. Het geeft het werk heel makkelijk vorm en je kunt er alle kanten mee op. Zowel bij de vaste als het halve stokje (en ook het stokje) zijn de regels eigenlijk allemaal hetzelfde. Bij meerderen maak je twee steken in dezelfde steek en bij minderen werk je steek tot de laatste stap af in twee opeenvolgende steken en maak je er een steek van.
 

Voor meerderen, zoals ik hierboven ook al zei, hoef je maar 1 ding te doen: twee steken in dezelfde steek. Volg gewoon het stappenplan zoals hierboven staat en herhaal dezelfde stappen in dezelfde steek.
Dan krijg je hetzelfde als op de foto hierboven: twee halve stokjes op dezelfde plaats. Dit is 1 meerdering.

Minderen is wat lastiger, zeker nu je begint met het garen over de haaknaald te slaan voordat je de steek ingaat. Hier volgen flink wat foto's om het hele proces van een mindering in beeld te brengen:


Maak de eerste stappen van een half stokje tot het moment dat je alle lussen samen zou nemen.


Garen over haaknaald.


Steek de haaknaald nu in de volgende steek.


Garen over haaknaald.


Haal de haaknaald door de steek. Je hebt nu 5 lussen op je haaknaald. De meest rechtse lus zat al op je haaknaald voordat je begon en voor iedere steek heb je nu twee lussen op je haaknaald zitten.


Garen over haaknaald.


Haal het garen nu door alle lussen op je haaknaald. Je hebt er nu nog maar eentje, zoals het hoort, op je haaknaald zitten. Je hebt nu twee steken samengehaakt, oftewel 1 mindering.

Wiskunde

Van deze les heb ik eigenlijk  nog het meest geleerd tot nu toe. Ik snap nu hoe de nederlandse naamgeving werkt, en eigenlijk is het heel logisch! Ik ben nu van plan om van al mijn patronen zowel een engelse versie als een nederlandse versie beschikbaar te stellen. Lijkt me enorm leerzaam.
Daarnaast heb ik veel moeten uitzoeken voor het oefenpatroon wat bij deze les zit. De regels van de keerlossen, en hoe het zit met minderen bij de rand. Gelukkig was er Ravelry!
Ook ben ik begonnen met een ander haakwerkje met alleen halve stokjes en moest ik uitzoeken hoe het zat met meerderen in het rond. Ik was als een braaf schaapje dezelfde regels aan het volgen voor de vaste en het stokje, maar het leverde een kopje op in plaats van een platte cirkel. Wat bleek, waar je bij de vaste en het stokje op 6 plaatsen moet meerderen, geldt bij halve stokjes dat je op 8 plaatsen moet meerderen voor een platte cirkel. Weer wat geleerd. Eigenlijk ook heel logisch aangezien je ervoor moet zorgen dat de diameter gelijkmatig toeneemt en het halve stokje natuurlijk een andere lengte heeft dan een stokje!

Goed, ik vond het heel leuk om deze les te doen, ik hoop jullie, lezers, ook.
Natuurlijk is er een oefenpatroon! Een leuk gehaakt etuitje, dat je helemaal naar eigen smaak kan optutten en maken.
Veel plezier en tot de volgende les!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

I would love it if you leave a comment! Thank you so much for visiting xXx