Pagina's

woensdag 11 april 2012

The "Weekly" Biology Session: Slakkenjacht!

Gisteravond even een zoektocht gehouden op het wereldwijde web. Ik wist dat slakkenhuizen een prachtig voorbeeld zijn van evolutie, maar het zoeken was toch lastiger dan ik dacht. Toch vond ik dit mooie artikeltje:

Slakkenhuizen in kleur

Koos Dijksterhuis − 25/09/09, 00:00
Tuinslakkenhuizen kunnen geel zijn of bruin. Vaak draait met de windingen een sportieve zwarte streep mee. Slakken zijn geen snelheidsduivels, maar minder traag dan ze vaak worden afgeschilderd.
  • Een gele tuinslak. (Koos Dijksterhuis)

Die kleur van hun huis is erfelijk. Als een van beide kleuren de overlevingskansen vergroot, krijgt die kleur de overhand. Dat beide kleuren blijven bestaan, komt onder meer doordat in een donkere leefwereld bruin voordelig is, en in een lichte omgeving geel. Onder de bomen valt een gele slak meer op. Een lijster of egel zal gele slakken daar niet over het hoofd zien. Bruin vangt bovendien meer warmte dan geel, wat in de koele schaduw handig is. Zo kunnen op de ene plaats bruine en op de andere gele slakken de overhand krijgen. Toch zijn er mensen die schamperen dat ze nog nooit een voorbeeld van evolutie hebben gezien. Die mensen moesten eens in hun tuin kijken. Bioloog Menno Schilthuizen van natuurmuseum Naturalis is benieuwd of de verhouding tussen de slakken van verschillende kleur verandert. Waarnemingen van tuinslakken kunnen tot woensdag gemeld worden op www.evolutionmegalab.org/nl .
Of ze nou bruin zijn of geel, gebandeerd of effen, het huisje van volwassen tuinslakken heeft een ietwat uitstulpend rouwrandje rond de opening. Maar heel soms is dat kozijn om de deur niet zwart maar wit. Dan kan het een jong slakje zijn, waarvan het randje nog niet is gekleurd of uitgestulpt. En anders is het een witgerande tuinslak. Die is veel zeldzamer dan de zwartgerande – zeker buiten Limburg. In onze Groninger tuin heb ik er afgelopen zomer één keer twee gevonden. Nou zoek ik niet altijd naar slakken, maar toch. Toch heet juist de witgerande Cepaea hortensis – tuinslak dus.
Leuk he! Dusss..... de camera mee en de tuin in! Op zoek naar zowel bruine als gele slakken want ik wist dat ze beiden voorkomen in onze tuin. Hun lievelingsplekje is onze appelboom. En daar vond ik een aardige verzameling slakken (we halen ze toch altijd al uit de boom, dus twee vliegen in een klap!)




De slachtoffers! De bovenste twee heb ik laten zitten, want die waren in een zeer innige omarming verstrengeld. Tuinslakken behoren tot het rijk van de dieren (Animalia), stam van de weekdieren (Mollusca) en de klasse van de Gastropoda, oftwel Buikpotigen.

Het zijn best wel interessante beestjes omdat sommigen longen hebben (onder het huisje), elkaar bevruchten (meesten zijn hermafrodiet) en soms zelfs vleesetende jagers. Kun je het je voorstellen? Een slak die jaagt?

Naar aanleiding van het artikel heb ik de slakken van de appelboom geplukt en een inventarisatie gemaakt van de populatie daar.


Ik heb ook nog even gezocht tussen de struiken, maar kon daar zo gauw niks vinden. Alleen deze vriendelijke vriend. Wel familie, maar niet een proefkonijn die ik zocht. Naaktslakken zijn ook niet mijn favoriete beesten aangezien we in de zomer er heel erg veel hebben in de tuin. Als je dan 's avonds op je blote voeten nietsvermoedend door de tuin loopt naar de grijze bak en dan per ongeluk op eentje stapt.... Brrrrrrr..

Goed, het experiment, wat voor soort slakken hebben wij in de tuin?


Deze slakken komen allemaal van de appelboom af. Het zijn op 1 na allemaal volwassen slakken. Maar, zoals je ziet, zijn er verschillende variaties in bandjes over het slakkenhuis. Genetische diversiteit!


Dit is een voorbeeld zoals ook genoemd wordt in het artikel. Helaas geen zeldzame witgerande tuinslak, maar wel een kleintje waarbij het randje van de opening nog niet gekleurd is.


En toen was het natuurlijk het moment om de slakken te sorteren en kijken welke nou familie van elkaar zijn. Hierboven zie je een scheiding tussen de geelgekleurde en de bruingekleurde. Ik had al verwacht dat er meer geelgekleurde slakken zouden zijn aangezien ze bij ons hoog in de appelboom klimmen. Daar moeten ze natuurlijk zich aanpassen aan een boomkleur. Het grappige is wel dat er twee varianten zijn van de geelgekleurde huisjes. Met een bruin streepje tussen de windingen en een wit streepje. Ditzelfde zag ik bij de bruingekleurde huisjes. Deze zouden volgens het artikel slakken zijn die vooral in de schaduw zitten (wat doen ze dan in de boom?) maar ook hier of met een donkerbruin streepje tussen de windingen of een wit streepje. Dus vier variaties. De hamvraag is natuurlijk, welke kant op vindt de selectie plaats? Welke kleur heeft voordeel? Als je dit als populatie zou nemen (hij is natuurlijk te klein) zouden de slakken met het gele huisje en de bruine streep het voordeel hebben, maar ik denk niet dat ik deze conclusie mag trekken. Misschien over een tijdje het proefje herhalen!


En tot slot: Is hij niet extreem schattig? De kleinste wilde er het snelst van door!

No snails were harmed during or after this experiment :) Ze zitten nu met zijn allen weer in het struikgewas.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

I would love it if you leave a comment! Thank you so much for visiting xXx